Interview met Prof. dr. Yvo Roos, ROAZ- voorzitter, lid raad van bestuur Amsterdam UMC en decaan van de faculteit geneeskunde van de Universiteit van Amsterdam.
Voor wie hem nog niet kent; van 2017 tot 2020 was Prof. dr. Yvo Roos, al eerder ROAZ voorzitter, niet zozeer als bestuurder maar als zorgprofessional. Hij werkte tientallen jaren op locatie AMC als hoogleraar acute neurologie. Tijdens de COVID periode was hij vice-voorzitter van het ROAZ. Nu keert hij terug als ROAZ voorzitter, waarbij hij zijn kennis als professional in de acute zorg hoopt te combineren met het bestuurder zijn van Amsterdam UMC.
Van huis ben je Neuroloog, officieel hoogleraar Acute Neurologie. Je hebt bewust gekozen om tijdens je carrière het acute er in te brengen en hebt daarbij veel bijgedragen aan de acute zorg maar hebt ook buiten de lijntjes gehandeld, vertel eens.
‘’Destijds heb ik heel bewust gekozen om het ‘acute’ er in te brengen. Dat was toen nog redelijk onbekend in mijn vakgebied. Het vak Neurologie werd niet geassocieerd met acuut zijn en tijdens het schrijven van mijn leerstoel ‘Acute Neurologie’ probeerde ik hiermee mijn tijd vooruit en innovatief te zijn. Tegenwoordig is acute neurologie net iets als ‘groen gras’; iedereen weet nu immers dat Neurologie een grote acute kant heeft.
Afgelopen jaar mocht ik, naast mijn functie als afdelingshoofd Neurologie, ook de verschuiving van de Traumachirurgie – de traumaopvang- van locatie VUmc naar locatie AMC begeleiden; een veel bredere scoop dus dan alleen Neurologie. Ook hebben we de acute neurologie overgezet van locatie VUmc naar locatie AMC. Dat is een hele belangrijke stap geweest want dat is het begin geweest van de verschuiving van de spoedeisende hulp zorg van locatie VUmc naar locatie AMC binnen Amsterdam UMC. Ik ben er best trots op hier een flinke rol in gespeeld te hebben. ‘’
Je bent gevraagd om (weer) ROAZ voorzitter te worden van Netwerk Acute Zorg Noordwest/Flevoland. Hoe zit dat?
‘’Ik vertelde al dat ik mij sterk maakte voor de acute zorg in de neurologie, toen werd ik hoogleraar Neurologie en toen vond men het logisch dat ik ook het ROAZ ging leiden. Daarvoor waren dat altijd traumachirurgen – wat volstrekt helder en logisch was – maar de gedachte was; het is goed om eens een keer niet een traumachirurg te nemen en men rondkeek; wat leuk een acute Neuroloog, dat is een keer verfrissend. Dan hebben we een keer wat anders die op die post zit. Zo rollen die dingen. Zo is dat vorig jaar ook gegaan. Ik was bezig met het verschuiven van de Acute Neurologische zorg en vond dat belangrijk om dat goed en netjes te regelen en in dat kielzog daarvan heeft men mij gevraagd of ik dan ook voorzitter wil worden van de stuurgroep die de traumachirurgie over ging zetten. Daarop heb ik ja gezegd. Het grappige is dat ik de meeste spelers die daarbij betrokken waren, al goed vanuit mijn eerdere ROAZ rol.’’
Bewuste keuze
‘’Wat leuk is om te weten is dat er in het verleden voor gekozen is om zowel aan de VUmc-zijde als aan de AMC-zijde een professioneel in ‘the lead’ te zetten als voorzitter van het ROAZ. Dat is bewust gedaan omdat je als bestuurder eigenlijk 2 petten op hebt. Je bent bestuurder van het ziekenhuis en je bent ROAZ-voorzitter.
‘Het is wel grappig dat ik nu weer terug ben op mijn oorspronkelijke plek’
Als ROAZ-voorzitter wil je je zo onafhankelijk mogelijk opstellen. De keuze voor zorgprofessional destijds in mijn geval was bij mijn benoeming als ROAZ-voorzitter aan de AMC-zijde heel bewust; we nemen iemand die acute zorg heel erg hoog in zijn vaandel heeft maar we nemen niet een bestuurder. Maar bij het uitbreken van COVID kwam met name vanuit Ernst Kuipers van het Landelijk Netwerk Acute Zorg nadrukkelijk de vraag om een bestuurder te nemen als voorzitter. Dat was met name ingegeven met het idee dat je dan sneller kon schakelen met een bestuurder aan het hoofd van het ROAZ, liefst een bestuurder vanuit een trauma centrum.
Het is wel grappig dat ik nu weer terug ben op mijn oorspronkelijke plek waarbij ik dan nu wel een bestuurders pet op heb maar heel nadrukkelijk ik ook deze taak met heel veel plezier doe met mijn kennis vanuit de acute zorg. Dat is iets wat ik heel belangrijk vind.’’
Welke actieve rol ga jij als ROAZ-voorzitter bij ons bekleden?
“Als zeer betrokken. Het eerste dossier, wat meteen hard aankwam, was de A7 problematiek. We zijn best wel laat aangesloten bij dit dossier, we hebben veel wisselingen meegemaakt. Ik ben pas 15 januari aangevlogen en was niet gelijk helemaal up te date wat er allemaal in het ROAZ speelde, dat had ook even zijn tijd nodig. We hebben het hierdoor wat later in het vizier gekregen maar we zijn ons er heftig mee gaan bemoeien.
Er liepen dingen moeizaam en als ROAZ voorzitter, bij zowel het Rijkswaterstaat, het VWS en bij de Inspectie, moet men zich wel realiseren dat ze het ROAZ serieus moet nemen. Afgelopen tijd hebben we hier flinke stappen gezet. Alle partners komen nu aan tafel tezamen om dit te bespreken. Dit is ook wat het ROAZ gewonnen heeft in afgelopen weken.
In de periode dat ik voorzitter was van het ROAZ locatie AMC, was het ROAZ voornamelijk nog een papierentijger, dat is in zekere zin nog steeds zo alhoewel er wel echt iets veranderd is in de mogelijkheden die het ROAZ nu heeft. Wat je ziet is dat de COVID- periode er wel toe geleidt heeft dat allerlei zorginstellingen, zorgverleners maar ook partners daarbuiten zoals zorgverzekeraars, ministeries en Inspectie, zich heel goed realiseren dat het ROAZ met de Netwerk bureaus erachter, een hele serieuze partner is om mee te praten.‘’
ROAZ- plannen
‘’Betreffende de ROAZ- plannen heeft het voorzitterschap een begeleidende functie; om samen met de netwerkbureaus ervoor te zorgen dat de ROAZ-plannen op papier komen en daar ook mensen en instellingen op hun verantwoordelijkheid te wijzen. Ervoor zorgen dat er coördinatoren aangewezen worden om zo de ROAZ papieren te laten vliegen want op papier zetten is 1 ding maar om de plannen ook in te richten in de organisatie is een ander verhaal, daar is iemand voor nodig die hier verantwoordelijkheid voor neemt. Hierin is mijn rol meer dat ik ketenpartners wijs op hun verantwoordelijkheid en de ketenpartners begeleidt met vragen als; ‘Hoe gaan wij dit doen en hoe ga jij dit doen? Zodat andere hiervan kunnen leren en dit ook zo uit te voeren. Dat is een hele andere rol dat je als in een crisis als de A7 of de crisis met de COVID waar je op dat moment veel meer ‘hands on’ zaken probeert te regelen.
Het is best wel interessant; hoe ver ga je daarin als ROAZ- voorzitter? Doe je dat alleen maar bij grote crisis als de COVID-periode of kleinere crises? Kleinere crises hebben de potentie om een grotere crises te worden, zo heeft de A7 enorme grote implicaties als je niet oppast, niet alleen voor patiënte die niet goed vervoert kunnen worden maar ook voor de zorgverleners. Verpleegkundige die werken in Amsterdam UMC en die komen uit de regio Purmerend, hoe komen zij door die files heen en hoe komen ze weer thuis? Hier moet je je dus wel druk over maken. Hoe ver ga je daarin? Dat is echt geven en nemen. Daarin probeer ik de juiste weg in te vinden.’’
Wat zijn jouw doelen als ROAZ-voorzitter bij het ROAZ?
‘’Wat ik echt een ontzettend belangrijk doel vind is om voor een patiënt de juiste zorg op de juiste plaats te krijgen. Acute zorg valt of staat met ketenzorg. Ik zie nu nog
teveel mensen opgenomen worden in het ziekenhuis die daar niet echt perse opgenomen hoeven te worden, maar omdat het ziekenhuis 24-7 in de lucht is en anderen zorginstellingen niet de mogelijkheid hebben om patiënten 24/7 op te nemen, worden ze dan toch maar opgenomen in het ziekenhuis. Het gevaar is dat ze niet even in het ziekenhuis blijven, maar vaak dagenlang opgenomen blijven, dat is zonde. Dat legt een belasting op de ziekenhuizen welke niet nodig is, dat is ook duur voor de maatschappij. Graag zie ik dat patiënten gezien kunnen worden op de spoedeisende hulp en met een versnelde procedure naar een VVT-instelling kunnen of via de thuiszorg geholpen kunnen worden. Dat dat allemaal veel soepeler loopt. Hetzelfde geldt ook voor de uitstroom uit ziekenhuizen – ook daar zie ik kansen. Het is erg om te moeten concluderen dat heel veel dingen heel moeilijk waren in de COVID-periode maar andere zaken liepen eigenlijk wel heel goed in de COVID-periode. Als het gaat om de uitstroom van ziekenhuizen liep het ten tijde van de COVID-periode eigenlijk beter en dat is iets waarvan we kunnen leren.’’
Muurloos denken
‘’We kunnen leren van welke muren er toen niet waren en kijken of we die muurtjes nu weer slechten. Daarbij is goede ketenzorg het belangrijkst en het ROAZ kan daarbij faciliteren. Muurloos bij elkaar meekijken zou daarbij enorm kunnen helpen.
Als voorbeeld noem ik dat een VVT-instelling een patiënt uit een ziekenhuis overneemt ook gewoon gemakkelijk kan zien wat er zich heeft afgespeeld in het ziekenhuis. Zo krijgt de VVT-instelling op tijd de juiste informatie en voorkomen we dat op vrijdagmiddag iemand aankomt in het verpleeghuis zonder dat men daar weet welke medicijnen die patiënt gebruikt. Dat mag echt niet meer gebeuren. Dat soort zaken voorkomen is echt heel belangrijk voor een goed functionerende acute zorgketen.’’
Wat bepaalt het succes van het ROAZ volgens jou?
‘’De juiste zorg voor een patient op de juiste plek, een goede in- en doorstroom in het ziekenhuis en bij de andere ketenpartners, dat is voor mij op dit moment een heel belangrijk doel.’’
We kennen je als Hoofd Neuroloog en als ROAZ-Voorzitter maar welke persoon zit hierachter? Wat doe je graag in je vrije tijd en waar wordt jij blij van?
‘’Als hobby sleutel ik graag aan (oude) auto’s. Vooral Engelse auto’s met bijzondere techniek spreken me enorm aan. Ik kan daar uren aan sleutelen en ik heb dan ook meerdere auto’s zo weer op de weg geholpen. Dan kan ik er geen afscheid van nemen, dus hebben we nu 7 auto’s – tot grote wanhoop van mijn vrouw. Want ja, wat doe je ermee? Je kan er maar in één rijden…
Maar heel binnenkort gaan we met één van mijn bijzondere auto’s een toertocht maken in het Verenigd Koningrijk. Het gaat om een Aston Martin sportauto en we gaan samen met mensen van de Aston Martin club. Langs Oxford en langs de Aston Martin fabriek en allerlei plaatsen die belangrijk zijn voor de formule 1. Nou, daar ga ik enorm van genieten.’’
Bron: NAZNHFL