Maandag 19 juni promoveert Annelieke Harmsen op het proefschrift “Early trauma care for the severely injured – Identification, communication and optimization”
Haar proefschrift richt zich op de vroege fase in trauma zorg voor de ernstig gewonde patiënt. Er wordt gekeken naar prehospitale zorg geleverd door ambulance diensten en de MMT’s, als mede naar de primaire opvang van een ernstig gewonde patiënt op een shockroom in een traumacentrum door middel van verschillende trauma teams. Bij het optimaliseren van de inzet van een MMT komt er een primaire onderzoeksvraag naar voren: hoe kunnen we het slachtoffer identificeren dat baat heeft bij de zorg van een MMT? In de zoektocht naar het antwoord op deze vraag kwamen echter nog meer vragen naar boven. Dit omdat prehospitale traumazorg onderhevig is aan heel veel verschillende factoren en omdat het in haar huidige vorm een relatief nieuwe vorm van zorg is. In het proces om het slachtoffer welke baat kan hebben bij de zorg van een MMT te identificeren moeten we eerst meer inzicht krijgen in al die factoren die van invloed zijn zodat we de prehospitale trauma zorg meer transparant maken, alvorens het meer te kunnen structureren en protocolleren. Men heeft namelijk niet alleen te maken met patiënt factoren maar ook met grote situationele verschillen per casus, dit maakt iedere inzet uniek.
De inzet van een MMT is niet alleen afhankelijk van het meten van, of afwijkingen in, de vitale parameters van een patiënt óf welke verwondingen een patiënt heeft.. Het heeft ook te maken met de inschatting van de ernst van de situatie door de omstanders ter plaatse, de informatie die de omstanders overdragen aan de meldkamer, de achtergrond van een meldkamercentralist en de interpretatie van de meldkamercentralist van deze informatie, het gebruik van een (geprotocolleerd) triage systeem op de meldkamer en de opeenvolgende inzet van verschillende typen hulpdiensten. Daarnaast speelt de prehospitale logistiek, de locatie van het ongeval, de afstand tot het dichtstbijzijnde traumacentrum, de beschikbaarheid van ambulance diensten en/of een MMT en zelfs het weer een rol. Ook is de beoordeling van de ambulance verpleegkundige ter plaatste, de blootstelling van de ambulance verpleegkundige aan ernstig gewonde patiënten, de communicatie tussen de meldkamer en de ambulance en een MMT en de informatie die naar het MMT wordt overgedragen belangrijk. Verder is de interpretatie in de hectiek en de ernst van een situatie, de tijd die wordt gespendeerd in het veld en bijvoorbeeld de bekwaamheid van een het team om de ABCD van een patiënt veilig te stellen van belang. Wanneer men deze opsomming leest kan men zich wellicht voorstellen dat het lastig is één enkel gestructureerd antwoord te geven op de primaire onderzoeksvraag welke van toepassing moet zijn op iedere trauma patiënt. Om meer inzicht te krijgen in een aantal van de factoren hebben wij ons gericht op factoren die van invloed zijn op de besluitvorming en samenwerking in de prehospitale en inhospitale situatie, hoe deze beïnvloed worden en wat hierin de tekortkomingen zijn in de dagelijkse praktijk.
Lees hier de Nederlandse samenvatting en download hier de app met het volledige proefschrift.
De verdediging zal plaats vinden in de aula van de Vrije Universiteit op maandag 19 juni om 13:45 uur.