Project Schouder aan schouder – Amsterdam UMC: een pilotproject om capaciteit te genereren en inhaalzorg te kunnen leveren - Netwerk Acute Zorg Noord-Holland/Flevoland

7 juli 2022
|
Nieuws

Project Schouder aan schouder – Amsterdam UMC: een pilotproject om capaciteit te genereren en inhaalzorg te kunnen leveren

Aanleiding

Ten gevolge van de COVID-19 pandemie zijn, door opschorting van de reguliere zorg, forse achterstanden ontstaan in zorgactiviteiten en zijn de wachtlijsten in de zorg opgelopen. De pandemie heeft ertoe geleid dat veel medewerkers op andere manieren (op andere afdelingen en/of in andere rollen) zijn ingezet dan zij gewend waren. Daarnaast zorgde COVID-19 voor een hoog verzuim onder zorgpersoneel en ontstond er een stuwmeer aan verlofuren. Dit alles maakt dat een forse inspanning moest en moet worden geleverd en er extra capaciteit nodig was/is om naast de COVID-zorg ook de reguliere zorg weer zoveel mogelijk doorgang te kunnen laten vinden.

Opzet

Het project Schouder aan schouder, ofwel de inzet van wachttijdstudenten als ‘Klinisch Verpleegkundig Ondersteuner’ (KVO, een nieuwe rol binnen Amsterdam UMC), is één van de manieren om deze capaciteit uit te bouwen en heeft dan ook als doel het ondersteunen van het verpleegkundig team bij het verlenen van de zorg en een bijdrage te leveren aan het inlopen van die achterstanden. Daarnaast levert deze functie een bijdrage aan interprofessioneel leren en levert het de wachttijdstudent een waardevolle en nuttige manier om te werken gedurende de wachttijd.

Wachttijdstudenten

Er is bewust gekozen voor het inzetten van geneeskunde studenten in hun wachttijd, omdat zij beschikken over een gedegen theoretische basiskennis en veelal op zoek zijn naar een bijbaan die aansluit bij hun studie. Daarbij voelt Amsterdam UMC zich verantwoordelijk voor het bieden van een nuttige invulling van de wachttijd. Hoewel wachttijdstudenten strikt genomen geen studenten zijn (zij zitten tussen de bachelor en de master in), worden ze gemakshalve toch ‘wachttijdstudenten’ genoemd.

De collega’s in deze functie krijgen een centrale scholing afgestemd op de rol van KVO, een training in (voorbehouden/risicovolle) handelingen, medische apparatuur en een EPIC-training. De KVO is daarmee toegerust om (gestandaardiseerde-) verpleegkundige zorg te bieden en hiermee bredere ondersteuning aan de verpleegkundigen.

Belangrijk om te benadrukken is dat de geneeskunde studenten in hun wachttijd, die worden ingezet als KVO, de verpleegkundigen niet vervangen, maar louter ondersteunen.

De beoogde resultaten met de inzet van KVO’s zijn:

  1. Het ondersteunen van het verpleegkundig team bij het verlenen van de zorg;
  2. Bijdragen aan interprofessioneel leren;
  3. Wachttijdstudenten een waardevolle/nuttige invulling van hun wachttijd aan te bieden in de vorm van een uitdagende bijbaan binnen Amsterdam UMC.

Pilot

In 2021 heeft er een pilot gelopen op verschillende afdelingen binnen Amsterdam UMC.

In oktober/november 2021 is er op basis van deze pilot een evaluatierapport verschenen waarin geconcludeerd werd dat de pilot tot dan toe succesvol was, maar dat deze nog voortgang moest krijgen om de resultaten verder te meten en om te onderzoeken of de functie van Klinisch Verpleegkundig Ondersteuner bestaansrecht heeft voor de langere termijn en zo ja, hoe dit verder vorm te geven. De verlengde pilot is daarom in december 2021 van start gegaan en het project Schouder aan schouder loopt daarmee nog tot eind 2022.

Op dit moment zetten 15 afdelingen Klinisch Verpleegkundig Ondersteuners in; 6 daarvan deden al mee in de 1e pilot en 9 afdelingen zijn erbij gekomen in de verlengde pilot. Met het toenemend aantal deelnemende afdelingen is ook het aantal vacatures toegenomen. Per mei 2022 werken er 66 KVO’s. In de periode januari t/m mei 2022 zijn er 30 nieuwe KVO’s aangenomen en in juni zullen er opnieuw 15 KVO’s instromen (deels vervanging/deels uitbreiding).

Ervaringen en conclusies tot nu toe

De inzet van de KVO’s heeft een positief effect op de teamdynamiek van deelnemende afdelingen en  heeft een positief effect op het interprofessioneel leren op de afdeling. Op basis van de eerste bevindingen is de conclusie dat de functie van KVO er een is die op dit moment als nuttig en aanvullend wordt ervaren. Het ziet ernaar uit dat de verpleegkundige teams ontlast worden en dat de productie op peil blijft. Het inzetten van KVO’s geeft flexibiliteit in het rooster. Met de inzet van KVO’s blijft de verpleegratio op peil en roosters zijn beter ingevuld op piekmomenten.

Voor de zomer van 2022 verschijnt een adviesrapport waarna zal worden besloten of de functie van KVO inderdaad bestaansrecht heeft voor de langere termijn en zo ja, hoe deze functie verder geïmplementeerd kan worden in de reguliere processen van de organisatie.

Voor vragen over het project Schouder aan schouder, kunt u terecht bij Lonneke Bolland, projectleider (l.bolland@amsterdamumc.nl)

Deel bericht:

Meer weten?

Als u meer wilt weten over deze focusgroepen en/of onderwerpen, kunt u contact opnemen met de betrokken adviseurs: